dinsdag 14 mei 2013

8e dag, Maandag 13 mei, van Burgos naar Carrion de los Conder ( 101,5 km; 5.54 uur)

8e dag, Maandag 13 mei

Van Burgos naar Carrión de los Condes, (100,5 km , 5.54 uur )

Fors ontbijt in hotel La Puerta in Burgos. De lunch ook maar meegenomen. Eindelijk weer bruin brood. Met twee kaassoorten, drie worstsoorten, jamón (droge ham), krokante mini stokbroodjes, een soort quiche (tortilla). Sapjes, fruit en yoghurt. Rond negen uur vertrokken we.
Wilde nog een foto maken op het plein voor de kathedraal, in vol ornaat, met de fiets erbij. Maar de accu zat niet in de camera….

Op de Meseta: de eindeloze hoogvlakte met snelle afdalingen, kwellend lange klims
Kon me niet herinneren dat ik die had opgeborgen. Had gisteravond nog heel lang doorgewerkt tot half twaalf omdat Gerard door bleef werken tot 11 uur. Niet kapot te krijgen. Daarna zelf aan de bak.
Hij was echter daarna zo moe van zichzelf geworden, dat hij al spoedig wilde slapen en ik moest me haasten, een nachtzoen hielp ook al niet. Ook nog tussendoor de accu opgeladen en die heb ik in het donker er maar uitgehaald om die oude man zijn nachtrust niet te ontnemen. Met tot gevolg dat de accu onder het kussen was verdwenen dat Gerard in zijn typestoel had gedrapeerd om zijn oude kont wat hoger aan te leggen om bij zijn peeseetje te komen. Het opbergritueel voor mezelf toch wat aangescherpt, wat voor situaties er ook kunnen zijn.
Mijn atletiekclub SCOPIAS is er ook bij

Via Puerta de Santa Maria over de brug de Río Alarzón , richting Arcos.





Even wat Isostar en bananen gekocht bij El Arbol en daar begon de tocht richting de Meseta tussen Burgos en Leon. Meer dan 200 km over de hoogvlaktes, berg op, berg af. Het leek wel of je stilstond met je fiets, zo enorm waren de afstanden tot je horizon.
Maar je pedalen en spieren vertelden een ander verhaal. Je bewoog je wel degelijk voort in de ruimte.
Zou een mier zich zo voelen als ze een omgeploegde akker wilde oversteken? Of een dubbelbaans autobaan?


Klims tussen de 800 en 1000 meter. 6 tot 8 % hellingen. Het blijft zo, in een gestaag ritme zien we het landschap met verre horizonnen; zo ver kun je in Nederland gewoon niet van je afkijken en mijn ogen - mijn accommodatiespieren van de lenzen -moeten wennen aan deze vergezichten.
Veel bomen en struiken nog nauwelijks in blad. Het is koud, de handschoenen zijn aan, het dikke lichtgewicht jack ook. De lucht is  strakblauw en de zon knalt al fel op de aarde en zijn onderkruipsels. De wind is niet sterk, iets van achteren zelfs.
Een scolopender

Vandaag mijn Scopias-T-shirt aangetrokken en dat heb ik laten vereeuwigen op de Meseta. Had toen net 407 km afgelegd.

Daar heb ik ook de steentjes verzameld voor mijn geliefden. Voor elke geliefde een steentje. Want de last van een Pelgrim moet steeds zwaarder worden, zegt de legende. Deze steentjes neem ik de verdere tocht mee en zal ze pas in Santiago de Compostela plechtig weer teruggeven aan de aarde, al mijn dierbaren hiermee erend dat ik nog lang van ze mag blijven houden en bij me mag houden, een heel lang leven lang, samen.
Even een stop in Estopar, graaien in onze tassen voor wat eten. Weer klimmen. hellingspercentages tussen de 4 en 6 %.  Heel ver weg zie ik de besneeuwde bergen van de Sierra Cantrábica.

Tegen 12.45 uur even van de route af naar het gehucht Hontanas (865 m). 18 graden was het inmiddels.



Daar was een leuk pleintje , midden tussen enkele minihostels, pal aan een smal straatje waar de Pelgrims voorbij sjokten met hun zware rugzakken. Gebogen onder de lasten van hun zonden. Denk ik. Maar sommigen waren wel een zonde waard, zo te zien. Herberg El Puntido maakt een versgeperste sinaasappelsap ( zumo de naranja) voor ons.




Op de top van de heuvel de resten van het oude fort van Castrojeriz: in 1755 bij een aardbeving verwoest.


Illo, Cayuela, Cavia passeerden we. Gerard wilde perse in Cavia naar het gemeentehuis want daar zat bij zijn vorige reis een Spaanse schoonheid? die wel zo’n diepe indruk op hem gemaakt had, dat hij gezworen had haar ooit terug te zien. Maar snikkend kwam hij de trap af, geen blonde cavia in Cavia. Ik heb hem proberen te troosten maar kon hem even niet bereiken. Heb toen het tempo maar verhoogd zodat hij er uiteindelijk overheen getrapt is. Hoop ik.
Eindeloze wegen op de Meseta

Estopar passeren we, Vilviestre de Muño,  Iglesias. Ik dacht dat de Meseta onbewoonbaarder was maar dat viel mee. 

Ruinas del Convento de San Anton (15e eeuw). Aan de linkerkant is een pelgrimsherberg achter de ruïne. De weg loopt nu dwars door het middenschip van de vervallen kerk. Merkwaardige gewaarwording, heeft iets oneerbiedigs.







Het zijn echter allemaal maar gehuchten, de muren vaak opgemetseld met de bruine keien van de akkers.  In de verte zijn de nog besneeuwde bergen te zien van de Sierra Cantábrica.
In Villaramentero de Campos: even verfrissen, banaantje, isostar, een zoete koek onder nog kale platanen en weer verder





Hier en daar een ooievaar die zijn kont laat zien vanaf een kerkentoren.
Bij Fromista een stop.

Daar ligt een kanaal dat honderden kilometers lang is, het Canal de Castille. Dat moet een technisch knap stuke geweest zijn om dit aan te leggen in het golvende landschap. Vandaar natuurlijk ook het sluizencomplex waar we bij uitkwamen.

Canal de Castille bij Fromista, 207 kilometer lang
Daar zag ik weer de twee Udenaren, Ton en Emmy Schots die vanuit Uden 13 april vertrokken waren op weg naar de Camino. Ze hebben Gerard en mij vereeuwigd bij de sluis.
Het Canal is een der beroemdste waterbouwwerken van Spanje, in 1991 tot cultureel erfgoed verklaard.
207 km lang en het overbrugt een hoogteverschil van 150 meter via een stelsel van 49 sluizen.
Bijna 400.000 mensen hebben er profijt van. In 1757 is al begonnen met de bouw ervan en ze heeft geduurd tot 1804. In de jaren erna zijn er telkens verbeteringen in aangebracht.








Bij Villaramenteros de Campos gaan de laatste bruine boterham en banaan eraan.
Wat isostar om de restjes weg te spoelen en weer mijn achterwerk op het Brooks zadel gehesen.

Ik had Gerard voorgesteld om als eindpunt proberen te halen Carrion de los Condes.
En rond 17.15 uur reden we er binnen, 101,5 km afgelegd in een effectieve tijd van 5.54 uur. Dat deed deugd!

Het eerste hostel zat vol. Was wel te verwachten als je even rondkeek en er zoveel wandelaars op de slippers zag rondstrompelen. Ik snap niet dat ze ook niet per fiets de tocht maken.
Een Spaanse schone werd gebeld vanuit de reeds volle hostes en die begeleidde ons naar Hostal La Corte. Daar konden we een kamer krijgen met een tweepersoons bed… Een matrimonio heb ik me laten vertellen door Gerard.

Gerard vond het geen probleem, legde hij uitvoerig uit aan de Spaanse schone, “want hij is niet mijn echtgenoot” . Probeerde hij zich op die manier schoon te lullen?
Ik heb hem te verstaan gegeven, en de Spaanse schone hoorde (en begreep wat ik zei – in het Engels) , dat ik het mes klaar legde op het nachtkastje voor het geval hij vreemde gedachten zou krijgen.
Toch maar even de nagels geknipt van mijn tenen zodat morgenvroeg Gerard niet helemaal onder de bloedende krassen komt te zitten want ik slaap altijd heel onrustig.

Lekker gedoucht, pilsje gepakt, terrasje gepakt tot een lijnbus recht voor ons terras onze longen probeerde te vergiftigen met de dieselkwalm, naar binnen gevlucht en in de kroeg noodgedwongen naar een live-uitzending van een stierengevecht gekeken vanuit Madrid.
De laatste doodsteek toebrengen lukt niet zomaar. De toreador is zelfs even op de horens genomen. Rare en wrede bezigheid eigenlijk. Geen medelijden heb ik met die op de horens genomen protserige van de testosteron bol staande toreador. Heeft die stier tenminste nog even zijn "plezier" voordat hij door een krampachtig zich staande houdende toreador op een laffe manier dwars door zijn aorta wordt neergestoken. de stier reageert niet direct, blijft even staan , moet hij eerst begrijpen wat er gebeurt? Zakt dan langzaam door zijn voorpoten. Het publiek begint te juichen. Wat een laf en goedkoop plezier.

Daarna op de binnenplaats voor onze kamer nog even met de vader van de eigenaar van het Hostel gepraat: hij was - met zichtbaar plezier - aardappelen ( patatas) aan het schillen, elke dag 50 kilo , van midden april tot in september...
Het Dagmenu voor 11 euro was voortreffelijk . Lekker groentesoepje, spaghetti, albóndigas (gehaktballen in tomatensaus),  chocolate nata.  Ook nu zat de hele fles wijn er bij .
En geen chateau de migraine!
Ik snap niet hoe ze voor elkaar krijgen.Het is gewoon een feest om hier buiten de deur te eten. Waarom kan dat niet in Nederland?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten