zaterdag 18 mei 2013

13e DAG, zaterdag 18 mei, van Molinaseca naar Sarria via Cacabelos (23,8 km), Triacastela (60 km per taxi) en weer 23,2 km per fiets)

13e dag, 18 mei, van Molinaseca naar Sarria via Cacabelos (23,8 km), Triacastela (60 m per taxi) en daarna per fiets naar Sarria (23,2 km)

Weer een grauwe dag. Wanneer kunnen we eindelijk eens buiten eten???
In het verblijf, hotel kan ik het niet noemen, Casa Rural El Reloj hadden ze de indruk gegeven dat we er konden ontbijten. Ja, dat kon maar je moest zelf alles bij je hebben. Water kon je er verhitten en er ook nog een droog buideltje in hangen.Doordrenkt met de rioollucht die in het souterain hing.

Dus alles inpakken, op de nuchtere maag de fiets op, inkopen gedaan in de locale supermercado, een garagegroot pakhuis, van de vloer tot het plafond volgepropt( chocolade broodjes, gedroogde mandarijntjes, enkele bananen en een soort pizzakoeken). Even verderop als twee bedelaars onder een verrot balkonnetje op vochtige plastic stoeltjes  in de Calle Real wat naar binnen geduwd, weggespoeld met water en sinaasappelsap. Zes graden.





Op naar O Cebreiro


Al snel druppelt het gestaag, de wind blaast al weer tegen ons in: hij wil ons niet in Santiago hebben, dat voel ik al heel lang. Maar dan zal hij van een koude kermis thuiskomen. Dat kunnen wij wel aan!

De industriestad Ponferrado komen we met grote moeite uit: de beschrijving is te summier, er zijn nog weinig mensen op om iets te vragen. Terwijl er wel 68.000 mensen wonen maar die zijn ook niet gek met dit weer om zich buiten te wagen. Alleen wij twee gekken uit Limburg. De regen siepelt gestadig door en mijn loopschoenen worden al snel soppig.
 
Bij Columbrianos zien we ineens weer ons Udens echtpaar.
Zij wisten te melden dat vrienden hen hadden gebeld dat ze boven op de pas O Cebreiro (1310 m) niet meer verder mochten om te dalen: het was te gevaarlijk, te veel sneeuw, te glad, slechts zicht vanwege de mist en te veel haarspeldbochten. Slechts auto’s mochten verder.
We zouden het even aanzien… Maar de imposante donkere wolkenkolken maken wel indruk. We worden er even stil van want we moeten misschien een besluit nemen dat we helemaal niet willen.

Bij een kop groene thee voor mij en een cortado americano voor Gerard besluiten we tandenknarsend in Cacabelos bij een km-stand van 23,8 om een taxibedrijf te bellen om ons om de drie passen heen te vervoeren naar Triacastela, 60 km verderop.
De vriendelijke mevrouw  zag dat we aardig aan het piekeren waren en serveerde ons ongevraagd twee enorme stukken cake .
In een soort (!) friteszaak belt een weer zeer betrokken mevrouw en al snel komen twee jonge knullen aanlopen.

80 euri voor ons samen, deal. Alles in een auto. Die wordt verbouwd, het voorwiel van mijn fiets wordt gesloopt maar al gauw blijkt dat dit niet lukt met ook nog 10 fietstassen.
Ze zien eindelijk in dat het niet gaat lukken. Twee taxi’s dus. Voor elk € 60,- , ze moesten even ruggespraak houden met hun baas maar de deal was snel gemaakt. Gewoon doen.
Nou en toen via de autobaan , enkele tunnels, enkele haarspeldbochten ... Al gauw wordt het een witte ondoorzichtige wereld, de sneeuw striemt tegen de ruiten, de mist geeft nog een zicht van nauwelijks 50 meter, zeker toen we van de autobaan afdraaiden.

Enkele vertwijfelde Pelgrims die als kobolden langs de weg staan, met opgeblazen capes van de strakke wind, wit uitgeslagen, steken hun duim op maar in onze rijdende herberg is geen plaats voor hen.

Het lijkt wel in de Montafoon in Oostenrijk, in de winter wel te verstaan.
Alle passen die we anders met de fiets zouden overwinnen, gaan langzaam voorbij in de nevel: de Puerto Pedrafita op 110o meter, de O Cebreiro ( 1310 meter), de Alto San Roque (1270 meter) en de Alto de Poio (1250 meter). We missen dus het middeleeuwse dorp van een twintigtal huizen, een kerkje uit de 10e eeuw. Ceibreiro ligt op de hoogste bergrug tussen Léon en de provincie Galicië. Al in 1072 was er een hospital . En de bouwstijl gaat zelfs terug tot de Kelten; er staan nog steeds half in de grond begraven huisjes met een rieten dak, bestand tegen de koude stormen in dit onherbergzame gebied. En dat gaan we dus allemaal missen.

Maar wat is dit een goede beslissing geweest om dit met de taxi te “overwinnen”.
In Triacastela worden we afgezet door onze chauffeurs Ruben en Yannick, de fiets weer in elkaar gezet, remmen vastgezet, het voorwiel afgesteld, de tassen er weer op en verder.

Met onze taxichauffeurs Ruben en Yannick in Triacastela
Na een lunch met een stokbrood als een dorsvlegel en een vette ham - bocadillos jamón - waar je een heel wagenpark mee kunt smeren – heb ik niet door mijn keel kunnen krijgen – Gerard wel,  die schrokt alles naar binnen , nemen we het besluit dat we Sarria proberen te halen, ruim 23 km verderop.



4 lagen kleding aan het bovenlijf , en nog niet zweten, zo koud is het

Via Samos, een oud kapelletje en een enorm groot kooster  uit de 9e eeuw met een 1100 jaar oude cipres , langs een imposante eeuwenoude kloostercomplex komen we rond 15.30 aan in Sarria.















Spruitjesplanten op joge stelen: de konijnen kunnen er niet aan!


Verschrikkelijk uitgeleefd stadje, ongeveer 14.000 inwoners, veel leegstand. We vinden een hotel – Hotel Roma aan de Calvo Sotela - waar we weer het bed gaan delen, een matrimonio noemt Gerard het. Een wel erg smal bed. Ik ga een extra matras vragen maar die hebben ze niet. Ik geef me maar over.
Even nog met een gejatte paraplu , voor Gerard naar een eettent op zoek en in een soort pizzeria, restaurant Salento aan de oever van de Rio Sarria,  hebben we ons compleet van de wereld gegeten. En de pizza was slechts half op. Maar we hadden ook een extra bord verse groenten er bij!

Terug naar hotel Roma.
Met de taxirit erbij zijn we vandaag toch 106,2 km dichter bij Santiago.
Zie de grafiek wat we nog gaan overwinnen.
De omzeiling van de onheilspieken

Vanaf Villafranca tot Triacastela hebben we noodgedwongen ander vervoer gehad, om de passen heen.
Morgen is er nog veel regen gemeld. Maandag zou het wat beter worden.
Nu is het in ieder geval 4 graden...
De Pelgrims hebben ook in Spanje de kranten gehaald. Voor Spaanse begrippen is dit ook extreem weer:

 

Het is nu 23.40 uur en ik ga naar bed, Gerard ronkt al zachtjes in foetushouding, een vage glimlach op zijn gezicht. Ik kan me niet voorstellen dat dit is omdat ik dadelijk mijn opwachting naast hem maak.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten