vrijdag 19 april 2013

Ni-jwieërt, Tripple en geile padden


Op naar Nederweert: dinsdag 16 april, laatste fietstochten voor het vertrek.

Mijn zus Fieke en haar man Frannik hadden Gerard en mij uitgenodigd om een fietstocht naar hen te maken en dan zouden zij voor een lunch zorgen. Oh , ja, en hij stond ook koud…  Aldus de suggestieve mail die de pedalen extra motivatie gaf.
Er stond die dag een forse tegenwind en door de vijf tassen had je behoorlijk wat weerstand te overwinnen.
Gerard zou vanaf Grubbenvorst richting Koningslust koersen en zelf zou ik via Steijl, Baarlo die kant op komen. Tien uur hadden we gepland.
En jawel hoor , het veer lag aan de Baarlose kant en was in reparatie.
Weer terug naar boven gezeuld met 18 kg aan de fiets en bij het Missiemuseum even gebeld naar Gerard dat ik via Reuver, Kessel naar Panningen zou koersen. Hij zou op me wachten bij de kerk.
Maar de tegenvaller had een aangename keerzijde: een van mijn loopmaatjes van de woensdagmorgengroep van Scopias, Anja, kwam eraan met de fiets. 
 
Op weg naar haar werk in Reuver. En dus werd de tocht samen gemaakt. Anja werd onderweg zo enthousiast dat ze wel eens het leren zadel van mijn fiets wilde testen.
En zo werd er richting Lommerbergen gekoerst. En daar aangekomen begon ze zich af  te vragen of ze misschien ook nog wel mee kon naar Santiago de Compostela, zo leuk vond ze het , dat fietsen met 18 kg tegen de wind in.
Via Kessel door de bossen naar Helden en daar zag ik Gerard al op een bankje zitten, sadistisch genietend van een ijsje.Net alsof hij er al een uur zat.
Na een extra rondje Panningen – we kwamen op de weg uit waar alleen auto’s mochten komen – belandden we via Meijel en Ospel in Nederweert, gehucht Budschop. Waar die naam vandaan komt, heb ik niet kunnen achterhalen.

De plaatsnaam Nederweert , (“Ni-jwieërt” in het lokale dialect) heette vroeger Merefelt, plaats te midden van meren. Maar er zijn ook andere uitleggen die tot in de Romeinse tijd teruggaan.
De Banen

Onderweg naar Nederweert waren de bermen nogal dun bezaaid met bloeiende planten en het merendeel was geel van kleur. Maar ook de paarse dovenetel trok zich niets aan van de kou.
Speenkruid

Zelfs het speenkruid was nog van de partij. Normaal bloeit dit  eind februari, begin maart. De natuur is echt zeker vier weken achter.
Klein hoefblad was maar op een enkele plek te zien. Het is een plant die door de landbouwers tot de gevreesde onkruiden hoort.
Het is een zogenaamde naaktbloeier: eerst bloeit ze, daarna pas komen de bladeren. Ze wordt ook wel dauwkool of ezelspoot genoemd.


Klein hoefblad

Bij mijn zus en haar man Frannik werden we gelijk onthaald op een heerlijke Leffe Tripple. 
 
Het was jammer dat we niet buiten konden zitten maar vanuit de veranda hadden we een mooi gezicht op de prachtige tuin. Mijn zwager Frannik had een constructie bedacht midden in de vijver waardoor de goudvissen als het ware boven het vijveroppervlak konden zwemmen in een soort glazen kom. In die uitkijktoren boven het water konden ze zelfs naar binnen gluren in de veranda.
Gelukkig trekken mijn zus en haar man zich niets aan van deze gluurders.


Na de lekkere lunch peddelden we weer huiswaarts, vergezeld van regen tot in Panningen.

Daar scheidden zich onze natte wegen en buiten Panningen hield de regen zelfs op.
Bij het veer te Kessel aangekomen, waren de kleren al droog.

De route langs de Maas richting Reuver was prachtig. De sleedoorn bloeide volop naast het smalle pad en opzij ervan krioelde het van de padden.
Sleedoorn
Dotterbloem
Bruine pad - Bufo Bufo






Het was de gewone pad (Bufo Bufo) , in diverse bruine schakeringen; flink versierd met wratten op het lijf. De mannetjes zijn veel kleiner dan de vrouwtjes en dat is maar goed ook. In de paartijd sjouwt het arme vrouwtje dagen met zo’n geil mannetje op haar rug. Die wacht geduldig zijn kans af om de eitjes te bevruchten. En probeert andere mannetjes die ook wel willen meereizen op de rug hiervan af te houden.

Na ruim 80 km op de teller was ik weer thuis. Gerard had er enkele kilometers meer op zitten. De hele tocht viel reusachtig mee. En de dag erna heb ik er nog eens 71 km aan toegevoegd.
Op woensdagmorgen vervolgens met mijn Scopiasmaatjes een tocht helemaal via de Heide achter Hout-Blerick gerend, via de Berckt langs de Maas terug en toen stonden er 14,5 km op de teller. En dat was meer dan genoeg, de meesten van ons zaten er echt door want we hadden tussendoor 10 x 2 minuten versnellingen gedaan...
De cake van Gonnie smaakte er des te beter door. 
Maar de week was nog niet echt voorbij: op donderdagavond had Gerard zijn officiële opening van zijn schilderijententoonstelling in Domani te Venlo. Het zijn 20 prachtige schilderijen die onder andere een deel van de route weergeven die wij samen gaan fietsen. 

Santiago de Compostela

Geen opmerkingen:

Een reactie posten